zaterdag 23 oktober 2010

Hello, Brooklyn

Hello Brooklyn, take the streets all night 'cause we sleep all day
When the world comes crashing down, who's ready to party?



“I pledge allegiance to the flag of the United States of America, and to the republic for which it stands.”
Elke dag, 4th period, horen we deze zin door de intercom. 
Opstaan moet, als je dat niet doet dan wordt je leraar boos, want het is een teken van respect.
Een hand over je hart leggen is je eigen keuze, want je kan niemand dwingen om van Amerika te houden.
De Amerikaanse trots is gestoord hier, overal hangen vlaggen en iedereen kent het Amerikaanse volkslied uit zijn hoofd.
Maar niet alleen trots op Amerika, maar ook op simpele ding zoals je High School.
Ik zit op Franklin Delano Roosevelt High School, en bezit ook meerdere kledingstukken waar mijn schoolnaam op staat. Die trots is natuurlijk ook nodig, je moet immers je schoolteam aanmoedigen. We hebben eigenlijk alle soorten teams, maar basketball is het populairste team, dat is ook het team waar de cheerleaders voor cheeren. En nee, het is niet het stereotype Cheerleader. Ze zijn niet echt heel populair, alhoewel de meesten we heel sociaal zijn en veel mensen kennen. De Basketball en American Football spelers zijn ook bekend in de school, en staan bekend als klootzakken. 
Het grappige is dat ik verwachtte dat hier heel veel verschillende groepjes zouden zijn, maar juist het tegenovergestelde is waar. Het maakt hier niet uit of je een emo, skater, cheerleader of nerd bent, iedereen gaat met elkaar om. 
Het is hier ook ongelofelijk kleurrijk, mensen uit allerlei verschillende landen zijn allemaal op één school. Met de vraag “What are you?” wordt bedoeld en meteen begrepen wat voor nationaliteit je hebt, maar dat betekent niet waar je bent geboren. De meeste jongeren zijn geboren in Amerika, maar hun ouders, grootouders of overgrootouders komen uit een ander land. De instelling is een beetje: “Nobody is American, but everybody is American!””. Dus, tenzij je een Native American bent, kan je niet zeggen dat je Amerikaans bent, maar het is ook zo dat iedereen die hier woont geaccepteerd wordt als Amerikaan, maakt niet uit hoe lang je hier woont en of je de taal wel of niet spreekt. Maar hoewel alles hier door elkaar leeft, is er toch wel wat racisme. Zo vertrouwt de moeder van een vriendin mij meer dan een andere, Puertorican vriendin, omdat ik Europees ben. Mijn blonde (in Nederland soms als bruin gezien, hier wordt ik Blondie genoemd) haar en blauwe ogen vallen hier zeker op, ik wordt vaak gevraagd of ik mijn haar verf en contactlenzen heb.
Één van de mindere dingen hier is de belachelijke beveiliging. Elke dag als ik de school binnenkom moet ik met een pasje bewijzen dat ik op de school zit, en als ik pauze heb moet ik dat met mijn rooster bewijzen voordat ik in de kantine mag, en je moet ook laten zijn dat je klaar bent met school voordat ze je de school uitlaten. Er lopen ook overal bewakers rond, die naar je schreeuwen dat je moet opschieten als je te laat bent, en die controleren of je wel een “hall pas” bij je hebt als je naar de wc gaat. De leraren hebben hier alles te zeggen. Het is hier onmogelijk dat een leerling zomaar door een leraar heen praat, de leraren kunnen allemaal moeiteloos orde houden. Ze hebben hier ook meer werk aan de lessen, ze praten allemaal de hele les vol, en hebben zorgvuldig opdrachten uitgezocht wat je als huiswerk moet maken.
Leraren zijn hier ook een stuk gestoorder. Ik heb bijvoorbeeld een mentor die dingen door het lokaal schreeuwt als “I’m having a nervous breakdown!” als wij niet begrijpen wat ze bedoeld, een engelse lerares die weigert de deur open te doen voor laat komers en ze half uur buiten laat wachten, een wiskunde lerares die boos roept “You’re so lucky I like you!” als één van haar favoriete leerlingen een verkeerd antwoord geeft en zij hem toch een voldoende geeft, en een geschiedenis leraar die ons elke les ervan probeerd te overtuigen dat policiti onbetrouwbaar zijn en dat ze allemaal zijn geld willen stelen.
Maar niet aleen de leraren, nee, er wordt hier niet raar opgekeken als mensen rondlopen in jurken tot de grond, elfenpakjes of pyjamas. Je wordt wel naar de Dean’s office gestuurd als je rokje of broek te kort is, en je wordt gedwongen om een sportuniform aan te trekken. Ik had een keer een lang shirt aan met een legging aan, waardoor mijn gestoorde Health leraar, die bij een laaghangende broek 10% van je cijfer afhaalt, me bijna haar lokaal niet inliet.
Ik ben langzaam en zeker New York aan het verkennen. Manhattan at night time kan ik al afstrepen, net als de kermis op Coney Island en illegaal naar een bar in een vreemd steegje in Brooklyn, en binnenkort Trick-or-Treat lopen in een Halloween costuum, wat echt, écht voor alle leeftijden is. Alhoewel mijn vrienden hier ongelofelijk leuk zijn en ook allemaal een camera hebben, zijn ze ook lui en onbetrouwbaar als het gaat om dingen sturen en op de computer zetten- foto’s komen snel!

maandag 30 augustus 2010

No Need To Say Goodbye

I’ll come back, when it’s over, no need to say goodbye
I’ll come back, when they call me, no need to say goodbye

Daar zit ik dan. Na maanden regelen, wachten en hopen is het zover. We hebben vier uur in de rij gestaan voor een visum, ik heb tegen veel te veel mensen gedag moeten zeggen en ik heb de belofte gegeven dat ik mijn Nederlandse huiswerk meeneem. Het is zover. Ik vlieg ergens tussen Nederland en New York, en ik weet dat ik bij het opstijgen Nederland vaarwel heb gezegd voor 6 maanden.
Natuurlijk ga ik alles ontzettend missen. De loeiende koeien en de gestoorde hond die ons elke ochtend achtervolgd, de gangen van onze school en onze leraren, mijn blauwe fietsje en mijn altijd te late fietsgenoten, onze gekke buzz-momentjes en de avonturen in Sneek, de schutting en onze rare dans uitspattingen, het Engels praten op de fiets wat nooit gelukt is en natuurlijk de enorme gele frico-klompen van mijn buurman.
Ik weet nog niet wat ik er voor teugkrijg, maar ik weer dat het een enorme ervaring gaat worden. En omdat ik weet dat jullie nieuwsgierig zijn zal ik, als ik wat te melden heb of een idee krijg voor een blog, deze posten.
En nu over Amerika. Hoe zit het met de vooroordelen? Ik zal mijn ultieme, op films en boeken gebaseerde vooroordeel met jullie delen. Hier komt mijn eerste schooldag.

Ik sta voor het klaslokaal met mijn hand op de deurknop. Ik wil net naar binnen gaan als ik mijn aankondiging hoor: “We have a new student. Her name is Anna van Vree and she comes from the Netherlands,”.
Als hij klaar is loop ik naar binnen. Iedereen staart me aan en begint te fluisteren. Het hele klaslokaal is vol, behalve één stoel. De stoel naast een ongelofelijk knappe jongen! Ik ga meteen naast hem zitten.
“Hi, what’s your name?” vraag ik. Ik schrik me kapot als ik zie dat zijn ogen zwart zijn, maar voor ik de kans krijg om er iets van te zeggen gaat de bel alweer. Ik verbaas me niet over de les die maar 5 minuten duurde maar loop naar de kantine. Ik krijg mijn eten opgeschept van een dikke kantinejuffrouw die mijn toekomst voorspelt in de vieze spinazie. Ik ben al van plan om op de wc mijn eten op gaan eten, maar dan hoor ik een stem achter me.
“Hi! We noticed you were, like, new and we think you seriously need a make-over! You can sit with us but we’re, like, the top of the school,”
Ik draai me om en zie een groepje meisjes staan in een roze cheerleadingoutfit. Ze hebben allemaal blond haar en staren me aan met hun overdreven opgemaakte ogen.
“Here, take the map,” zegt één van de meisjes, en ze geeft me een kaart. Op de kaart zie ik allemaal tafeltjes getekend, met woorden erin. Geeks, asian nerds, jocks, cheerleaders, chessclub, dramaclub.
Opeens staat de zwarte-ogen jongen voor mijn neus, uit het niets.
“You shouldn’t be friends with me!” roept hij dramatisch uit, voor hij weer wegrent.
“That’s Zedward,” legt een cheerleader uit, “He’s a total hottie, but he’s the boyfriend of the Head Cheerleader. He’s on the basketbalteam!”
Ik knik naar de meisjes en ga aan hun tafel zitten, terwijl ze me inlichten over de kledingregels die ze hebben. Na de pauze ga ik naar mijn volgende les. Alweer blijkt de enige stoel vrij die naast Zedward. Ik ga naast hem zitten, en hij begint meteen te praten.
“I have a terrible sectret,” zegt hij, met tranen in zijn ogen. Ik kijk hem vragend aan en hij haalt diep adem voor hij verder verteld.
“I don’t like basketball.” fluistert hij, “I want to sing and dance!” Hij herhaald de laatste zin nog een keer en nog een keer, steeds harder en uiteindelijk gaat hij op zijn tafel staan en doet er een dansje bij. Iedereen in het lokaal staat op en danst hetzelfde dansje, terwijl ik verbluft blijf staan tot de laatste bel gaat.